Podcast: Code naar succes. Het primaire processysteem van de landmacht met Ron Kolkman

CIO's en directeuren binnen de Rijksoverheid vertellen openhartig over de grote uitdagingen waar zij voor stonden in grote ICT-projecten en hoe ze die uiteindelijk succesvol konden afronden.

Podcast met Ron Kolkman, Director Joint IT Command Ministerie van Defensie: "Als Nederland stilvalt dan moeten onze ideeën toch blijven bestaan en dat houdt me op de been zullen we maar zeggen in de zingeving. Dat vind ik wel mooi om daar elke dag voor uit mijn bed te komen". Ron vertelt over Elias, het primaire processysteem van de landmacht. Het geeft militairen en commandanten meer grip op situaties.

Ron Kolkman
Beeld: ©Ron Kolkman

Code naar succes. Het primaire processysteem van de landmacht met Ron Kolkman

Ron: Als Nederland stilvalt dan moeten onze ideeën toch blijven bestaan en dat houdt me op de been zullen we maar zeggen in de zingeving. Dat vind ik wel mooi om daar elke dag voor uit mijn bed te komen.
Robin: Welkom bij: ‘de Code naar Succes.’ Een podcast serie van de Rijksacademie voor digitalisering van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Ik ben Robin Rotman en in deze serie duik ik in de interessantste ICT-projecten van de overheid. Wat kunnen we daar nou van leren met z’n allen?
Ron: Het is wel zo goed dat de Duitsers inmiddels ook heel erg enthousiast zijn. Dat is ook een project om onze Elias in de Duitse tanks in te bouwen, zodat de Duitsers ook met de Nederlanders op die manier kunnen samenwerken.
Robin: Vandaag hebben we het over Elias. Dat is het programma dat de landmacht gebruikt. Het helpt militairen aan meer grip op de situatie bijvoorbeeld én het geeft commandanten meer controle en zicht op operaties. Hoe dat precies allemaal werkt bespreek ik met mijn gast Ron Kolkman. Hij is director Joint IT Command oftewel directeur informatievoorziening bij het ministerie van Defensie. Zeg ik dat nou zo goed?
Ron: Dat zijn wel prachtige woorden zo. Directeur IT dat klinkt ook al wel heel eenvoudig.
Robin: Als jij op feesten en partijen bent, ben je dan de director Joint IT Command of de directeur informatievoorziening?
Ron: Directeur informatievoorziening of directeur IT, maar dan is het nog korter. Ik voel me verantwoordelijk en ik ben het ook voor de IT van Defensie. In de uitvoering.
Robin: Wat ik altijd leuk vind om te vragen aan mijn gasten, ben je dan eigenlijk meer een techneut of meer een manager. Heb je een techneuten achtergrond of ben je een manager?
Ron: Ik heb een economische achtergrond, maar ik wil me eigenlijk ook geen manager noemen. Maar een techneut ben ik ook niet, dus ik weet eigenlijk niet waar ik voor moet kiezen. Want een manager dat heeft niet zo’n positieve connotatie meer bij mij.
Robin: Oh daar kleeft iets aan?
Ron: Nou ja dat is zo'n gevoel van dan leef je boven de wolken en dat is het laatste wat ik wil. Ik wil heel graag van de inhoud weten. Maar in een club, we hebben best een hele grote club, dan is dat gewoon onmogelijk om echt van alles te kunnen. Heel Defensie heeft natuurlijk verschrikkelijk veel IT, maar ik heb wel het gevoel dat ik uiteindelijk wel een klein beetje techneut ben. De techneuten lachen er misschien om, maar zo voel ik me wel.
Robin: Wat ik me ook afvroeg, heb jij een militaire achtergrond? Want dat lijkt mij wel belangrijk als jij IT gaat doen bij Defensie.
Ron: Ik ben burger zoals dat heet.
Robin: Je bent gewoon een burger?
Ron: Ja, maar ik heb wel een militaire achtergrond. Ik ben toen ik 17 was in dienst gekomen en 19 jaar beroepsmilitair geweest, dus ik heb er wel wat mee. Het is wel een soort van thuiskomen. Ik zit hier nu vijf jaar, dus wel lang weggeweest maar ik denk dat het helpt.
Burgers wisselen wat minder snel van functie. Die zijn ook op een aantal vakgebieden ingezet, dat is de reden waarom er burgers zijn. Maar je leeft wel in een geïnformeerde wereld, dus je moet je er wel senang bij voelen. Je moet ook wel begrip hebben hoe zo’n organisatie in elkaar zit.
Robin: Het is wel een typische manier van werken. En bovendien wat jij doet IT, het is niet zomaar IT dat je printers aan de computers koppelt en dat je mensen helpt met hun passwords. Nee, we hebben het echt over de boots on the ground en IT die mensen ondersteund in potentieel levensgevaarlijke missies natuurlijk. Dus dan moet je wel een beetje snappen wat er op het spel staat. Daar moet je wel feeling mee hebben.
Ron: Ja, niet een beetje, heel erg. Ik ben heel erg trots dat ik bij Defensie werk. Omdat ik erin opgegroeid ben, maar ook omdat het, de mooiste zin is toch wel ‘bescherm wat ons dierbaar is.’ Dus je moet het niet een beetje snappen, maar het is echt onze zingeving.
We zijn echt een IT-organisatie die ertoe doet. Als anderen stoppen gaan wij verder, dat zeg je wel vaker in een zin, maar bij ons is het ook echt zo. Als Nederland stilvalt, dan moet onze IT toch blijven bestaan en dat houdt me op de been zullen we maar zeggen in de zingeving. Dat vind ik wel mooi om daar elke dag voor uit mijn bed te komen.
Robin: Zo gaan we het daar meer over hebben. Over ICT en Defensie en het belang, maar wat ik eigenlijk nog leuk vond, wat me te binnen schoot: wat je vaak merkt bij ICT en met technologie is dat Defensie vaak vooroploopt met ontwikkelen van internet en navigatiesystemen. Merk je dat, voel je dat ook zo, heb je het gevoel van ja wij lopen wel vooraan?
Ron: Een beetje een gewetensvraag. Defensie komt wel de laatste jaren van heel ver. Ik zit al een tijdje in deze wereld. Defensie had 20 jaar geleden, wel echt de naam van als je iets van innovatie wilt weten dan moet je bij Defensie zijn. Ik kan niet ontkennen dat de bezuinigingen bij Defensie wel zo ver zijn gegaan dat het wel een flinke teruggang opgeleverd heeft. Dat is het positieve van vandaag, we zijn wel weer bezig om daaruit te komen en ik denk dat we op sommige gebieden wel echt weer vooraan aan het lopen zijn. Maar het kost even wat moeite om weer terug te komen.
Robin: Elias, wat is dat?
Ron: Elias is een prachtig voorbeeld waar we nog wel vooroplopen, want daar hadden we het net over. Het is het systeem wat de landmacht gebruikt, bij de echte inzet voor de operatie. Om het heel simpel te zeggen het systeem, het primaire processysteem van de landmacht in voertuigen en in het veld. Om hun operatie te ondersteunen.
Robin: Kun je een concreet voorbeeld geven van een missie waarin jij kan illustreren, dat is Elias.
Ron: Als er een missie of als er in Nederland ergens iets verkeerd gaat of waar dan ook, als de landmacht zich ontplooit, dus ergens het veld in gaat, dan is in elk voertuig is er een schermpje ingebouwd. Ik probeer het heel simpel te zeggen. En op het schermpje staat een landkaart en op die landkaart zie je waar je zelf zit. En waar eventuele andere partijen zich bevinden. De vijand zal ik maar even als burger zeggen. Dat is een element ervan. Het belangrijkste daarboven wordt het gebruikt om de hele commandovoering, dus de commandant van een eenheid, die geeft een bevel. Het zijn allemaal militaire termen, die geeft een bevel uit en dat gaat via dat systeem. De hele commandovoering gaat via dat systeem naar beneden en weer terug. Zodat elke soldaat in zo'n voertuig of ergens ziet wat er van hem verwacht wordt.
En hoe de situatie is. Situation awareness is een mooi woord voor. Elke soldaat, of militair moet ik zeggen, is situation aware door Elias.
Robin: En die wordt continu op de hoogte gehouden van de actuele stand van zaken?
Ron: Ja, dat wordt gewoon in het primaire proces van die operatie wordt dat gebruikt.
Robin: En de oortjes die ze in hebben of de communicatie die men heeft is ook aangesloten op Elias? Dat werkt allemaal samen?
Ron: Ja, het is één systeem en uiteindelijk in het veld gaat het ook soms via radio’s. De radioverbinding, dus het is te connectivity is heel ingewikkeld natuurlijk. Maar uiteindelijk is dat bedoeld voor de eenheid. Niet per se voor de soldaat, maar voor de hele bataljon of brigade die daarmee aan het werk is.
Robin: Nu klinkt dat voor mij best wel logisch hoor, dat je een schermpje hebt met een kaartje met informatie. Wat maakt Elias dan moderner of nieuwer dan de manier waarop dat misschien tien of twintig jaar geleden gedaan werd? Wat maakt dat dan anders?
Ron: Ik weet niet wanneer het begonnen is moet ik heel eerlijk zeggen. Elias is al een tijd. Toen was het met kaarten, jullie hebben er ook wel een beeld bij. Van die grote stafkaarten. Hoe noem je dat? De landkaart zeg maar, met coördinaten erop. Waar zit de vijand en waar zitten wij? Dat heb ik nog meegemaakt wat ik net zei in het verleden dat je met zo'n kaart en een oleaat, ik weet niet of dat een Nederlands woord is, maar dan zo’n schermpje er overheen, dan moet er op tekenen waar zit iedereen en waar ga je naartoe. Nou dat is uiteindelijk geautomatiseerd. Dus daar waar vroeger mensen op hun knieën in een grote tent in het veld aan het kijken waren, hoe ziet de operatie eruit. Hebben we nu een computer en kun je heel snel zien waar je zit, maar je kan ook heel snel dus vertellen wat je wil als commandant van zo’n eenheid zodat de club de goede kant op gaat. Of waar je eigen troepen, ‘blue forest trekking’ heet dat. Waar zitten je eigen troepen zodat je die goed kan onderscheiden van…
Robin: En die commandant, die kan overal zijn.
Ron: Ja, de commandant die kan vanuit zijn commandopost kan hij dat aansturen.
Robin: Kilometers verderop hoog en droog.
Ron: Hoog en droog zal het niet zijn, maar het zit wel in die operatie natuurlijk.
Robin: Maar dit is weer net even een ander soort IT-project dan andere projecten die we bespreken in deze serie ‘de Code naar Succes’. Want het is eigenlijk niet echt een project he?
Ron: Ja, uiteindelijk is het wel projectmatig. Leuk om misschien nog wat toe te voegen. Je zei net van dat kan iedereen, maar het is wel vrij uniek in de wereld. We moeten ook trots zijn op onze IT’er. Dat doen we veel te weinig naar mijn idee. We werken veel samen met de Duitsers en het is wel zo goed dat de Duitsers inmiddels ook heel erg enthousiast zijn. Het is ook een project om onze Elias in de Duitse tanks in te bouwen zodat de Duitsers ook met de Nederlanders op die manier kunnen samenwerken. Het is best complex om dat uit te leggen, maar uiteindelijk is Elias voor ons wel iets unieks.
Robin: Een exportproduct.
Ron: Je gaat het niet aan iedereen exporteren, maar wij werken natuurlijk intensief samen met de Duitsers en daarmee krijgen we één systeem waardoor de Duitsers en de Nederlanders ook geïntegreerd kunnen optreden. Dus dat is wel een heel mooi voorbeeld van mooie IT, want ik denk dat dat ook wel eens leuk is om te zeggen dat wij hier in het verleden mooie IT gebouwd hebben. Wat toen een project was, maar wat we nu elke dag een beetje beter maken. Ik denk dat dat vooral de aanpak is. Je kan het ook een project noemen, maar we bouwen het en we implementeren het.
We gaan op de huidige… daar hebben we in de IT allemaal woorden voor. Agile en Scrum, maar uiteindelijk zijn we dat wel met dit systeem aan het doen.
Robin: Dus eigenlijk vanaf het moment dat het automatiseren werd, was het Elias?
Ron: Ja, het is opgeleverd dat systeem en we zijn vanaf dat moment zijn we bezig om het elke dag een beetje beter te maken. Niet elke dag, maar wel met die aanpak en dat maakt het wel, vind ik wel een mooi voorbeeld.
Robin: Er komen steeds nieuwe toepassingen aan en daar gaan we het zo nog over hebben.
Ron: Ja, het is dus niet alleen en dat maakt het iets complexer, het is niet alleen de applicatie zelf, maar het integreren van alles wat er in het voertuig zit ook onder Elias. Het is wel het kloppend hart van de landmacht. Het is superbelangrijk dat het bestaat en ik denk dat dit ook een heel mooi voorbeeld is dat je sommige dingen van je IT echt zelf moet maken. Daarvoor hebben we ook zelf onze Elias ontwikkeld. We maken het echt uniek voor Nederlandse beginselen.
Robin: Wat bedoel je met we hebben het zelf ontwikkeld? Gewoon eigen mensen in eigen huis?
Ron: Je kan IT kopen en je kan IT zelf maken. De algemene trend bij de overheid is, maak vooral niet te veel zelf. Daar zijn we het wel mee eens als Defensie, maar we hebben een paar uitzonderingen. Dat is onder andere Elias bij de landmacht en bij de Marine.
Robin: Maar je kan het ook zelf bedenken en alsnog laten maken, maar dit is echt in huis gebouwd?
Ron: Ja, in huis gebouwd met eigen mensen, omdat het is natuurlijk allemaal één van de specifieke kenmerken van Defensie is dat het allemaal super vertrouwelijk moet zijn en heel erg veilig. Dus het is niet zo fijn om dit nou op straat te leggen hoe dat allemaal ontwikkeld is, dus we hebben er echt voor gekozen om dit zelf te doen. We doen het met veel mensen. Wat is nou succesvol eraan, dat we echt is dat we samen met de mannen in het veld deze applicatie verder ontwikkelen.
Robin: Ik neem aan dat er ook veel gepraat wordt, er wordt veel gespard ook met mensen in het veld. Wat heb je nodig? Jullie oefenen waarschijnlijk veel ermee.
Ron: Ja, exact.
Robin: Er wordt veel getraind. Wat maakt een ICT-project bij Defensie nou anders dan andere ICT-projecten? Want volgens mij zijn er wel verschillen. Dat kan bijna niet anders.
Ron: Nou, je had het net over de printers. Dat type werk, dat doen we net als de rest. Dat zijn de normale projecten, maar in de sharp end, dus echt in daar waar we het voor doen, daar zitten hele specifieke eisen aan en dan is beveiliging wel de allerbelangrijkste.
De hele Security en Cyber kant van ons werk. We hebben niet zomaar IT. Dat moet wel natuurlijk superveilig zijn. Dus dat is denk ik wel wat ons kenmerkt. En het tweede element is, je kan niet alles van de markt kopen. De functionaliteit van Elias is natuurlijk niet een applicatie die je in de rest van Nederland ook kan gebruiken. Ook daarom heb je wel maatwerk nodig.
Robin: Dus in mijn tank kan ik geen Elias installeren?
Ron: Nou ja je zou het van ons kunnen kopen misschien, maar daar hebben we het nog nooit over gehad. Als je een tank hebt, dan wil ik het erover hebben met je.
Robin: Ja, nee dat is een beetje flauw eigenlijk. Wat zijn jouw persoonlijke ambities als gaat over Elias?
Ron: Nou over Elias, maar ook breed is dat we heel dicht, het lijkt een open deur, maar uiteindelijk moet je daar elke dag wel op letten, heel dicht tegen de gebruiker aan komen te zitten.
Het mooie van Defensie is dat ook bij mijn IT-organisatie ook militairen werken. Dus dat uiteraard daar krijg je kruisbestuiving door. Die komen uit het veld van de landmacht en zitten aan de IT kant en in een keer en mee te doen met de ontwikkeling van Elias. Dat is wel een soort waarborg dat je de goede dingen doet.
En uiteindelijk geldt het voor ons zeker als IT-organisatie dat je van de business bent dus niet een apart IT-bedrijf. Wij noemen onszelf het IT-bedrijf van Defensie, maar de kern is wel dat wij echte collega’s van elkaar zijn en heel dicht tegen de gebruiker aan zitten. Om te doen wat hij of zij denkt dat nodig is.
Robin: En jullie worden denk ik ook steeds belangrijker daarbij?
Ron: We moeten onszelf niet belangrijk noemen, zeker als IT’ers niet. Maar IT is voor Defensie wel heel belangrijk. Eigenlijk is dat wel de levensader voor de toekomst. Dat is denk ik dat iedereen zich dat kan realiseren dat alle toekomstige conflicten zullen enorm Cyberelementen in zich hebben of in ieder geval IT voor nodig zijn. De klassieke oorlogsvoering die zal veranderen.
Robin: Ik heb een paar uitdagingen over dit project op een rijtje gezet. Je wil internationaal samenwerken. Je wilt veel functies kunnen integreren. Het moet makkelijk in het gebruik zijn. Het moet betrouwbaar zijn, want het gaat hierover leven en dood. Super flexibel, want elke missie is weer anders. Laten we die punten eens doorlopen en kijken hoe jij dat geregeld hebt. Dat heb je natuurlijk alleen maar zelf gedaan, maar je snapt wat ik bedoel. Laten we beginnen met die laatste, de flexibiliteit. Elke missie is anders, hoe regel je dat in zo’n programma?

Ron: Het is niet zo dat de IT voor elke missie anders moet zijn. Maar hoe we het regelen is dat het proces wat de landmacht gebruikt bij een operatie, dat dat er in kan. En dan is het niet voor elke missie anders, dat is wel hoe de landmacht de doctrine heeft om, de doctrine hoe treed je op. Dat zit in het systeem. Dat moet zo flexibel mogelijk zijn. Het is dus niet zo dat we bij elke uitzending het systeem nog gaan aanpassen, dat kan natuurlijk niet.
We moeten heel dicht tegen die, we zitten ook heel dicht tegen de Landmacht aan. Hoe ziet die doctrine eruit, hoe ziet die operationele commandovoering eruit en daar richten we ons systeem op in. Dat verandert met regelmaat. Ik weet niet of ik te snel ga, maar daarvoor is de ontwikkeling op een Agile manier, dat we met de gebruikers scrummende wijs, het is jargon, maar ik denk dat het wel mag vandaag. Dat we scrummende wijze met gebruikers de applicatie continu blijven vernieuwen.
Robin: En hoe ziet dat er dan in de praktijk uit? Is het gewoon oefenen?
Ron: Er komen wensen, eisen van gebruikers binnen. Die vlakbij ons zitten, die het systeem gebruiken. Dat wordt bij ons dan ontwikkeld. Dat wordt dan uitgebreid getest. Superbelangrijk natuurlijk om dat allemaal goed te testen, want daar mogen geen fouten in zitten in dit soort systemen.
Robin: Dat is dus het tweede punt wat ik net noemde. De betrouwbaarheid dat gaat om leven en dood.
Ron: Ja, zeker heel betrouwbaar. Dus daar moet je ook echt de middelen voor hebben. Dus daar moet je ook de capaciteit voor hebben, ook de mensen voor hebben. Dat kan je ook met een scrum manier heb je dat ook veel beter in de hand. Daar maak je het allemaal wat kleiner van.
Robin: Maar dan zie ik eigenlijk voor me dat jij dan denkt we hebben een aardige toevoeging. Ik wil dat eens gaan testen en dan roep jij een ploeg militairen bij elkaar. Dan gaan jullie gewoon letterlijk het bos in om te testen zoiets?
Ron: Ja, het wordt getest door de landmacht collega's die een aparte eenheid niet hiervoor zijn ingericht, maar die daar wel capaciteit voor hebben en dan wordt een applicatie getest, jazeker. Bottomline is, je moet het goed getest hebben voordat je het meeneemt in de echte operatie.
Robin: Het moet makkelijk zijn in gebruik denk ik dan ook, want het is seconden werk. Er moeten snelle besluiten genomen worden.
Ron: Het is ook zo ingericht dat de look en feel wel zo is dat je er zo achter kan zitten. Ik zou je mee willen nemen en ik denk dat als je het systeem ziet in zo’n voertuig, het is allemaal klein. En je moet er even aan wennen, maar militairen zijn gewend in zo’n voertuig te zitten, dan kan je er wel heel snel mee aan het werk.
Robin: Super intuïtief. Haal je dan nog ergens je inspiratie vandaan? Ook uit misschien de consumentenelektronica. Die telefoons zijn natuurlijk ook hartstikke intuïtief.
Ron: We hebben, misschien is dat het belangrijkste antwoord, hele goeie mensen in huis die daar verstand van hebben. In hoe ontwikkel je dat nou, hoe ontwerp je dat nou. En hebben daar echt aandacht voor ook en de gebruikers. We krijgen ook feedback van de gebruikers over dat systeem, dus daar zijn we elke dag mee bezig.
Robin: Dus het moet betrouwbaar zijn en het moet ook makkelijk zijn in gebruik. Het moet robuust zijn en tegelijkertijd moet het ook nog eens een keertje veel functies kunnen integreren. En als er een nieuwe functie bijkomt, moet je dat er eigenlijk gemakkelijk in kunnen prikken.
Ron: Exact.
Robin: Jeetje.
Ron: Mooi he? Dat doen wij allemaal. Toch hebben we veel succesvolle dingen.
Robin: Maar hoe doe je dat dan?
Ron: Nou ik denk dat er een goede architectuur onder moet liggen. Dan wordt het misschien wat technisch, maar je kan niet zomaar beginnen.
Robin: Nou leg het maar uit.
Ron: Er ligt een goede architectuur onder waarmee je in staat bent om ook nieuwe dingen te integreren. En als wij nieuwe dingen maken, we hebben iets voor artillerie. Dat zijn die grote bommen die je over een hele lange afstand weggestuurd. Daar maken we dan weer een aparte applicatie voor en die kunnen we dan als add-on, is dat Nederlands? Ja he.
Robin: Een plug in.
Ron: Een plug in, kunnen we die…
Robin: In goed Nederlands.
Ron: Dat is goed Nederlands hè?
Robin: Ja, dat wel.
Ron: En die zetten we dan, allemaal niet makkelijk en allemaal niet morgen klaar, maar die zetten we er dan op. Dus die architectuur is zo gemaakt dat dat allemaal kan en dat het ook toekomst vast is. Die heb ik misschien dan misschien niet genoemd in het rijtje net, het moet ook toekomst vast zijn. Als er wat verandert, dat je ook wel in staat bent om dat te doen. Dus ik denk dat dat wel…
Robin: Dus Elias van nu, is een andere Elias van tien jaar geleden en dat is waarschijnlijk ook weer een andere dan die we over tien jaar gaan zien.
Ron: Ja exact, maar ik denk dat het fundament, nou ja kijk de echte motor moet je ook een keer vervangen, maar het fundament is wel zo goed dat dat de komende jaren wel mee gaat.
Robin: En dan de internationale samenwerking dat is ook steeds belangrijker die missies worden steeds internationaler.
Ron: Zeker, dat is de manier van optreden als dat verandert, verandert natuurlijk ook de toepassingen daarvan. We hebben lange tijd in uitzendgebieden gezeten dat is toch een hele andere manier van optreden, dan dat er ergens waar we vroeger zaten ergens in Duitsland op de Noord-Duitse laagvlakte met elkaar samenwerken in een Nederlandse band. Een ontwikkeling is…
Robin: De Duitsers die nemen het systeem gewoon over. Dus dat is geregeld.
Ron: We hebben niet het hele systeem, we hebben nu daar waar de Nederlandse en de Duitsers echt intensief in één club samenwerken om zo te zeggen gebruiken we nu de Nederlandse spullen, omdat die zo goed zijn. Dus die trots wil ik wel eventjes kwijt, dat dat wel zo goed is. Het is niet dat heel Duitsland dit nu neemt natuurlijk, maar het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. Want één van de moeilijkste dingen in NAVO verband is de interoperabiliteit. Hoe kunnen al die Nederlandse spullen met de Duitse spullen en de Zweedse spullen en alle landen bij elkaar. Hoe kunnen we dat met elkaar communiceren?
Robin: Dat moet samenwerken dat spul. Dus dan moet je het systeem wat eigenlijk waterdicht moet zijn, toch een beetje openmaken.
Ron: Dat is ook het moeilijke hè. Ja het is best een heel ingewikkeld onderwerp dit. Want kijk de communicatie gaat per radio uiteindelijk, want je hebt niet overal wifi. Dus die systemen kunnen met radioverbindingen, dat is dus heel weinig bandbreedte, kunnen die werken.
Maar elk land heeft z'n eigen radio’s en dan zit er weer een wave vorm op, die dan weer uniek is voor de radio. Dus de ene radio praat niet zomaar met een andere radio. Nou dan kom je in een enorm ingewikkeld veld terecht waar wij nog heel wat aan moeten doen.
Robin: Maar dat scheelt om een soort internationale Elias waar iedereen mee werkt toch.
Ron: Ja dat zou het moeten zijn. We hebben nu…
Robin: En dan word jij de baas ervan?
Ron: Nou dat zou ik zeker niet willen, het lijkt me een enorme verantwoordelijkheid. Ik heb al genoeg aan mijn eigen club. Het is ook wel heel technisch interessant hoe je dat moet doen. Hoe je die systemen allemaal aan elkaar koppelt. We hebben nog swivel chair interfaces noemen we dat heel mooi.
Robin: Pardon?
Ron: Swivel chair interfaces, een draaistoel interface. Dat is niet anders dan dat je van de ene computer iets oppakt en overtikt in de andere computer. Dat zijn systemen die we natuurlijk niet meer willen zien in de toekomst, maar dat is nog wel weg te gaan.
Robin: Je was net heel enthousiast toen je vertelde dat jullie of onze eigen mensen dit bouwen. Waarom is dat belangrijk voor jou?
Ron: Waarom ik het zo zei denk ik, is omdat ik trots ben dat die mannen dat allemaal kunnen. We zijn aantrekkelijk voor de arbeidsmarkt als Defensie denk ik. Mag ik ook wel zeggen. Want we hebben natuurlijk prachtig mooie IT en die er ook echt toe doet.
Dus ik ben blij dat we een aantrekkelijke werkgever zijn om die mensen die we hebben om die nog in huis te houden. We hebben echt hele goeie mensen aan boord die dit kunnen en mijn trots net, tenminste wat je dan in ieder geval merkt is dat ik al heel erg blij ben dat dit gewoon goed gaat dit programma. We hebben natuurlijk als IT-overheid zitten we ook weleens in de hoek waar het niet goed lijkt te gaan.
Nou ik vind het wel heel lekker om een keer te praten over daar waar het wel goed gaat. En dat doen uiteindelijk die mannen en vrouwen, die maken hele mooie dingen waar we als Nederland ook heel trots op mogen zijn. Niet ik, maar wij met z’n allen.
Robin: Het andere belangrijke punt, dat zie ik in al die programma's terug alle afleveringen moet ik eigenlijk zeggen. De vraag is gaan we het zelf bouwen of gaan uitbesteden. En de andere belangrijke vraag nog steeds gaan we dit met een big bang invoeren of geleidelijk, maar dat is bij jou helemaal geen vraag want dat is gewoon geleidelijk. Er wordt steeds iets aan gekoppeld of er valt misschien weer iets weg. Soort barbapapa systeem is het eigenlijk?
Ron: Ja, we hebben honderden systemen, duizenden systemen zelfs bij Defensie. Ik ken er maar weinig wat ik met een Big Bang zou willen vervangen. Ik denk dat we die leerschool als IT’ers wel betaald hebben, in de vernieuwing van de IT.
Maar dit is wel een heel mooi voorbeeld ook omdat je ook al een systeem hebt, dat maakt het wel makkelijker. Dus je hoeft niet te Big Bangen. Maar wij hebben ook onze releases niet als Big Bang. We hebben het ook niet elke dag. Wat je met RTL wel hebt, dat je elke dag iets nieuws wilt leveren. We maken het wel elke dag beter, maar een bataljon die zo'n ding gebruikt. Dat zo’n eenheid die zo'n applicatie gebruikt, zit niet elke dag op nieuwe features te wachten. Dus dat implementeren we wel stapsgewijs. Het is niet dat we de soldaat elke dag weer…
Robin: Dat in je tank rondrijdt en dat je ten strijde wilt gaan en dat je je update bent vergeten te installeren.
Ron: Nou ja dat zijn wel hele concrete… een voertuig upgraden dat kan je niet allemaal van een afstand doen. Dus dan moet je echt fysiek langs. Dus dat maakt het ook wel speciaal. Maar qua functionaliteit is denk ik ook wel het verschil tussen je iPhone wat ik net zeg en wanneer je elke dag weer een nieuw dingetje kan krijgen. Dat willen we in dit soort professionele systemen niet hebben, maar de ontwikkelkant moet wel heel flexibel en snel.
Robin: Welke functies ontbreken nog? Of aan welke functies werk jij nu? Wat is in ontwikkeling? Mag je daar al iets over zeggen?
Ron: Ik ben wel alert op wat ik van het systeem mag zeggen. Het is wel een systeem waar we niet de architectuur van naar buiten willen hebben. Uiteindelijk komt het erop neer, dat ik denk dat op dit moment wordt er gewerkt aan een andere manier van commandovoering. Wat ook weer in NAVO verband andere functionaliteiten geeft. Op dit moment werken aan het aanpassen van die, als ik het simpel zeg, ik weet niet of dat een Nederlands is, commandovoering. Hoe het systeem van boven naar beneden werkt zeg maar. Dat zijn de aanpassingen. Uiteindelijk is de samenvatting dat de gebruikers, die hebben een back log gemaakt, wat staat er allemaal op de rol en daar gaan we stap voor stap mee aan het werk.
Robin: Is de rol van ICT de afgelopen decennia veranderd? Ja tuurlijk is het veranderd. Het is natuurlijk hartstikke groot geworden. Ik stel nu een vraag waarvan ik het antwoord eigenlijk zelf al weet.
Ron: Ja, voor Defensie, even afgezien van Elias, want dat is een systeem dat bestaat al wel een tijd. Maar uiteindelijk zie je daar ook gebeuren dat elke militair heeft IT nodig. Dat geldt voor ons zeker zoals Defensie en alle operaties, maar ook gewoon in de vredes bedrijfsvoering zit IT in het hart zeg maar. Daar zit een groei in.
Robin: Maar dat betekent ook dat de IT-bazen, misschien steeds vaker en steeds meer nodig zijn om op strategisch of tactisch niveau mee te praten.
Ron: Ik denk dat je vooral niet IT bazen moet hebben die meepraten. Omdat IT in het hart en in de mind van onze bestuurders ook zitten en in de commandanten van eenheden. Dat geldt niet alleen voor Defensie, ik denk voor de hele overheid… voor alle bedrijven, maar even op de overheid kijkend dat dat voor iedereen geldt dat we wel zo ver moeten komen dat we uiteindelijk allemaal verstand van IT hebben. In ieder geval kunnen inschatten, waar zitten de risico's en waar zit de complexiteit. Ik denk dat het belangrijkste is, dat je vooral…
Robin: En je moet misschien ook een beetje de creativiteit triggeren wat je misschien nog zou kunnen in de toekomst. Dat biedt natuurlijk veel mogelijkheden.
Ron: Ja enorm.
Robin: Als je nou de benen omhoog gooit en je gaat nadenken over de ICT van de toekomst. Want dat groeit exponentieel vaak de mogelijkheden en rekenkracht et cetera. Hoe gaat dat nog veranderen de komende tijd? De komende tien, twintig jaar. Heb je daar een beetje zicht op?
Ron: Als ik het over twintig jaar had dan zat ik hier niet zal ik bijna zeggen, als je dat kan. Ik vind het een open deur, maar het gaat ook elke dag zo ongelooflijk hard. Als je naar de toepassingen die iedereen in een IT-land wel kent van A.I. en big data en dat soort ontwikkelingen die zijn voor Defensie ook enorme kansen. Als je kijkt naar het optreden van eenheden, maar ook gewoon de hele manier van… Ik ben burger hier, maar de oorlogsvoering dan is IT natuurlijk een enorme verandering daarvoor. Alle toepassingen met A.I. en virtual reality, die zijn natuurlijk huge.
Robin: Bij mij ontstaat meteen een soort naïef beeld dat de ene… dat de zelfdenkende robot militair van de ene partij gaat knokken tegen de zelfdenkende robot militair van de andere partij. En dat je helemaal geen mensen meer nodig hebt om oorlog te voeren, dat lijkt me heerlijk. Dat kost een hoop geld voor alle partijen.
Ron: Dat heerlijk zover ben ik nog niet of dat heerlijk is.
Robin: Het is natuurlijk flauw, maar het is wel een soort… Is dat een heel raar beeld?
Ron: Ik zag vorige week nog een filmpje van een heel klein dronetje, die ze de lucht insturen die je op gezichtsherkenning kan sturen. Dat je dan een zwerm van die drones ergens naar binnen gooit en op gezichtsherkenning een target kunt raken met daar een explosief in. Ik geef nu gewoon een voorbeeld, die ik als burger net als jullie gewoon op internet kan zien. Maar als je aan dat soort concepten denkt dan is het niet meer leuk, dat is wel heel erg eng en gevaarlijk. Maar dat zijn wel toepassingen. Ik noem het toch maar even IT-toepassingen, die met gezichtsherkenning en het ontwijken van belemmeringen dat je uiteindelijk net zolang door vliegt dat je je target vindt. Dat is allemaal redelijk spannend.
Robin: En dan kom je ook op de vraag van wie gaat daar besluiten om tot actie over te gaan, is dat die drone zelf of zit er toch nog iemand...
Ron: Dat lijkt me goed, maar dat gaat ver buiten mijn huidige werk.
Robin: Nee, maar het is ook een andere Podcast serie he. Die moet ik misschien de volgende keer nog gaan maken, maar dat roept het wel op.
Ron: Ja, dat gaat wel zeker over wat voor dilemma's kom je dan tegen als je met robots iets doet.
Robin: Als je nou terugkijkt, want je bent het woord trots is wel een paar keer gevallen. Wat is nou wat de code van het succes van Elias voor jou?
Ron: Het succes zit erin om geen hele grote plannen te maken. En we gaan de wereld veranderen met z'n allen. Ik denk dat iedereen dat inmiddels wel weet bij de IT.
Het echte succes zit heel dicht bij die gebruikers en de gebruiker aan boord, dus geen IT-organisatie meer te zijn, maar uiteindelijk met de gebruikers samen een toepassing te maken gebruiker aan boord, specialisten IT’ers aan boord en met elkaar samen met voorbeelden en met hele kleine stapjes in het werk, uiteindelijk IT te ontwikkelen zodat je dus heel dicht tegen die gebruiker aan zit.
En dat hij dan ook altijd blij is als hij een functionaliteit krijgt en niet een verrassing heeft. Die projecten kennen wij uit het verleden. Dat we een jaar aan het werk waren en iets kwamen opleveren en dat ze zeiden dat wil ik helemaal niet…
Robin: Dat het door iemands strot geduwd wordt.
Ron: Ja, van dit heb ik helemaal niet besteld, hoe kom je hier nou bij? Dat is dan de ouderwetse methode. Het is als je het zegt is het evident, maar in de praktijk is het toch niet altijd zo…
Robin: Het is niet vanzelfsprekend.
Ron: In de praktijk werk het ook nog wel anders, maar ik denk wel dat de goede voorbeelden die zien jullie waarschijnlijk met al deze uitzendingen al langskomen. Dat de goede voorbeelden het kenmerk hebben van kleinschalig vernieuwen en geen grote plannen. Kan niet altijd, want je hebt soms grootschalige vernieuwingen te doen. Je hebt gewoon hele grote applicaties die moet je wel een keer vervangen. Zo'n applicatie als Elias is een succes, omdat we de vinger aan de pols houden bij de gebruiker.
Robin: Dank je wel. Ron Kolkman. En ik ga het nog een keer zeggen, Director Joint IT Command. Oftewel directeur informatievoorziening van het ministerie van Defensie. Dankjewel.
Ron: Mooi, graag gedaan.
Robin: Luister ook de andere afleveringen van de Code naar Succes terug. Over de lessen die we kunnen leren van ICT-projecten van de overheid.