Hoe komen we van onze e-waste af?

We gaan het over e-waste hebben. Want in de lifecycle van een IT-apparaat hebben we het eerst over het maken en het inkopen, dan hebben we de gebruiksfase en dan hebben we de afdankfase. En dan hebben we e-waste. Hoe komen we daar op een nette manier vanaf?

(Intro met abstracte beelden met daaronder een korte begintune.)

(In beeld verschijnt de tekst: 
microlearnings
Duurzaamheid)

(Twee mensen zitten tegenover elkaar in een verder lege kantoorruimte en starten het gesprek: 
mevrouw Anda Counotte begint, de heer Johan Rodenhuis reageert.)

(In beeld verschijnt de tekst:
Anda Counotte
onderzoeker Green IT, Open Universiteit)

ANDA COUNOTTE: We gaan het over e-waste hebben. Want in de lifecycle van een IT-ding hebben we het eerst over het maken en het inkopen, dan hebben we de gebruiksfase en dan hebben we de afdankfase. En dan hebben we allemaal van die troep, die e-waste. En hoe komen we daar op een nette manier vanaf?

(In beeld verschijnt de tekst:
Johan Rodenhuis
adviseur Duurzaamheid, Categorie ICT Werkomgeving Rijk, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat)

JOHAN RODENHUIS: Ja, dat is een complex probleem, e-waste. Jaarlijks neemt de hoeveelheid e-waste
nog altijd toe. Dat komt op allerlei plekken in de wereld terecht, voornamelijk in ontwikkelingslanden.
Als Rijksoverheid proberen we een extra stapje daarin te zetten, doordat we afvalcompensatie toepassen. Dat doen we op basis van TCO-certified e-waste compensation.

(In beeld verschijnt de tekst: TCO-certified e-waste compensation)

Dat houdt in dat voor ieder nieuw device dat wij kopen er een afgedankt toestel in Afrika uit het milieu wordt gehaald, dat vervolgens gegroepeerd naar Europa wordt getransporteerd om hier te worden gerecycled, waardoor we die grondstoffen weer opnieuw kunnen toepassen in de productieketen.

ANDA: Hoe komen die apparaten dan in Afrika terecht? Is dat eerst als afval daarheen gebracht?

JOHAN: Wat je ziet, is dat er vanuit alle westerse maatschappijen of wereldwijd inmiddels, iedereen gebruikmaakt van dergelijke devices, maar we hebben er niet veel zicht op wat daarmee gebeurt als je naar een tweede, derde, vierde leven gaat. We zien wel dat veel van dat soort devices in ontwikkelingslanden uiteindelijk eindigen als een soort laatste gebruik, waarbij ze daarna worden weggegooid. Niet altijd op een verantwoorde manier, waardoor ze in het milieu belanden. Zo moet het niet. Als Rijksoverheid hebben we wel die cyclus goed ingericht, zodat onze eigen toestellen daar niet belanden. We maken afspraken met onze leveranciers en we hebben onze eigen keten van producten
die aangeboden worden ter recycling. Daar stellen we hele strikte eisen aan, zodat die in ieder geval niet die route bewandelen. 

ANDA: Want als er bij jullie een product afgeschaft wordt, afgedankt wordt, waar gaat het dan in eerste instantie naartoe?

JOHAN: Binnen de Rijksoverheid gaat het dan naar Domeinen Roerende Zaken. Dat is een onderdeel binnen het Rijk dat apparatuur inzamelt en dit vervolgens aanbiedt aan de markt voor een tweede leven, dan wel aanbiedt aan gecertificeerde recyclingspartijen die er nieuwe grondstoffen uiteindelijk van maken. En we kijken naar de lease van producten, wat wij ook wel doen, daar zijn afspraken gemaakt met vendoren waarbij een groot percentage heringezet moet worden. In onze huidige contracten staat bijvoorbeeld dat tachtig procent van de devices die geleased zijn, die komen terug bij een partij en moeten heringezet worden. En daar vindt dan bijvoorbeeld tracking op plaats.

ANDA: Als ze dan heringezet worden, wordt er dan tussendoor iets mee gedaan, dat ze het gegarandeerd nog doen of zo?

JOHAN: Er vinden natuurlijk checks plaats op die devices. Ze worden op een veilige manier gewipet,
zoals we dat heel mooi noemen. Dat betekent dat we alle producten heel mooi opschonen, waardoor er geen gevoelige data achterblijft die een ander weer kan uitlezen. Als dat gedaan is, kunnen ze aangeboden worden, bijvoorbeeld voor de consumentenmarkt, en stimuleren we op die manier de markt van refurbished producten in Nederland.

ANDA: En uiteindelijk komt zo'n product dan, wordt het nog een tijdje in Afrika gebruikt, en daar danken ze het dan af...

JOHAN: Bij voorkeur gaan onze toestellen niet naar Afrika.

ANDA: En als zij het dan afdanken, dan komt het weer terug hiernaartoe om dan op een mooie manier uit elkaar gehaald te worden. Klopt dat, begrijp ik het goed?

JOHAN: Ik haakte er al een beetje op in. Excuses daarvoor. Nee, wat wij doen, vanuit de Rijksoverheid
weten we waar onze devices heen gaan. Tot op een zeker punt. En wat je wilt voorkomen is dat ze na een tweede levensduur doorgaan naar Afrika. Wat je wilt is dat ze op dat moment gerecycled gaan worden en gebruikt worden voor nieuwe producten. Sommige partijen kunnen ze al heel mooi demonteren, waardoor componenten in ieder geval hergebruikt kunnen worden, maar daar is lang nog niet iedereen aan toe in de markt.

(Outro met abstracte beelden en korte eindtune.)

(In beeld verschijnt de tekst:
microlearnings
Duurzaamheid)

(Het laatste beeld bevat het logo van de Rijksoverheid met daaronder de tekst:
Deze microlearning is tot stand gekomen door een samenwerking tussen de Leer- en Ontwikkelcampus (LOC) van UBR, de directie CIO Rijk van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BKZ) en de Rijksacademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (RADIO))