Wat is er nu zo belangrijk aan die bruikbaarheid?

Je moet altijd vanuit gebruiksvriendelijkheid en dienstverlening werken en altijd het menselijk perspectief meenemen. Dat doen we sinds 2014 in het kennisnetwerk Gebruiker Centraal. We proberen zoveel mogelijk van dit soort kennis over te brengen aan andere mensen binnen de overheid. Wat is er nu zo belangrijk aan die bruikbaarheid? Waarom is het zo belangrijk voor de overheid?

*Muziek* 

Beeldtekst: Microlearnings.
Bruikbaarheid.

MARGOT LAGENDIJK – UX-ONDERZOEKER, MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN:
Ik ben Margot Lagendijk.
Ik heb een achtergrond in IT en psychologie en ik ben een usabilityonderzoeker, UX-onderzoeker bij de Rijksoverheid.
Vandaag gaan we het hebben over bruikbaarheid. 
Daarvoor ga ik in gesprek met Victor.
Kan je iets vertellen over je achtergrond?

VICTOR ZUYDWEG – PROJECTLEIDER GEBRUIKER CENTRAAL, ICTU: 
Ik ben opgeleid als ontwerper, interaction designer.
Dat doe ik bij stichting ICTU al sinds 2007.
Ik ben ooit begonnen met MijnOverheid.
Ik heb met DigiD gewerkt.
Altijd vanuit gebruiksvriendelijkheid en vanuit dienstverlening altijd het menselijk perspectief meenemen.
Dat doen we sinds 2014 in het kennisnetwerk Gebruiker Centraal.
We proberen zoveel mogelijk van dit soort kennis over te brengen aan andere mensen binnen de overheid.

MARGOT LAGENDIJK:
Wat is er nu zo belangrijk aan die bruikbaarheid?
Waarom is het zo belangrijk voor de overheid?

VICTOR ZUYDWEG:
Niemand wil de dienstverlening van de overheid gebruiken.
Je hebt een vergunning nodig. 
Je hebt een kapvergunning nodig om zon in de tuin te krijgen.
Je hebt een bouwvergunning nodig om je huis groter te maken.
Daarvoor heb je iets nodig van de overheid, of moet je iets regelen bij de overheid.
Maar niemand wil het. 
Dus je hebt een taak die je wil doen bij de overheid.
De bruikbaarheid is de mate waarin je dat kunt doen dus hoe makkelijk je daar gebruik van kunt maken.
Hoe beter de bruikbaarheid, hoe makkelijker je er doorheen kunt gaan en hoe beter het is voor beide partijen.

MARGOT LAGENDIJK:
Als je dat in een metafoor zou moeten uitleggen, hoe zou je dat dan doen?

VICTOR ZUYDWEG:
Ik zeg altijd: Eigenlijk bestaat de dienstverlening van de overheid uit deuren.
Je hebt een deur nodig om een winkel in te komen, of een kantoor of je huis.
Daarna sluit je het weer af.
Die deur ga ik door.
Daar wil je zo min mogelijk last van hebben.
Die doe je open en dicht, je gaat er doorheen.
Dienstverlening van de overheid is hetzelfde.
Je wilt die deur niet. 
Je wilt die vergunning niet.
Je wilt wat erachter ligt.
Dus hoe makkelijker we die deur maken, hoe makkelijker je komt bij wat erachter ligt.
Het gaat erom dat we die deur zo barrièreloos mogelijk maken of dat we zorgen dat er zo min mogelijk drempels in de weg liggen zodat je zo makkelijk mogelijk daar doorheen kunt gaan.

MARGOT LAGENDIJK:
Als je kijkt naar bruikbaarheid en digitale toegankelijkheid, wat is dan het verschil?

VICTOR ZUYDWEG:
Dat is een goede vraag, want digitaal toegankelijk
is een wettelijke vereiste sinds 2018.
Maar we hebben al in 2008 afgesproken dat de dingen die we online publiceren digitaal toegankelijk zijn.
Heel veel mensen denken: 'Digitaal toegankelijk, dan is het ook bruikbaar'. 
Maar dat is niet zo.
Als je gaat kijken naar je diensten, heb je aan de ene kant dat je die diensten goed aanbiedt, dat ze aansluiten op de leefwereld van mensen zodat ze die kunnen en willen gebruiken. 
En aan de andere kant dat ze bij die diensten kunnen. 
Dat is digitaal toegankelijk.
Je kunt bij die informatie.
Dat het duidelijk is, dus dat het taalgebruik door iedereen te begrijpen is.
En dat het bruikbaar is, dat wil zeggen dat je er ook iets mee kunt.
Dat je niet alleen maar een statusupdate krijgt maar dat er ook een bepaalde actie-inzet is die je verder brengt zodat je iets kunt doen met die taak die je moet doen.
Wie bepaalt dan of het bruikbaar is?
Je kunt zelf nooit bepalen of iets bruikbaar is.
Je zal altijd moeten testen.
De validatie van bruikbaarheid zit altijd bij eindgebruikers.
Hoe diverser de eindgebruikers zijn met wie je test, en hoe vaker je dat doet hoe meer je kunt zeggen over die bruikbaarheid.

Beeldtekst: Hoe eerder en vaker je test, hoe lager de bouwkosten.

MARGOT LAGENDIJK:
Dus samengevat: Als je het digitaal toegankelijk maakt wil dat nog niet zeggen dat een systeem bruikbaar is.

Beeldtekst: Maak onderscheid tussen digitoegankelijkheid en bruikbaarheid.

MARGOT LAGENDIJK:
Je moet er echt onderscheid in maken.

VICTOR ZUYDWEG:
Precies. Ja.

*Muziek speelt en eindigt* 

Beeldtekst: Deze microlearning is tot stand gekomen door een samenwerking tussen de Leer- en Ontwikkelcampus (LOC) van UBR, de directie CIO Rijk van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BKZ) en de RijksAcademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (RADIO)