Architectuur en overheidsmacht

Architectuur is politiek. Dat betekent dat de manier waarop we dingen bouwen, invloed heeft op de machtsrelatie tussen de overheid en de burger. Als voorbeeld geeft Tijmen de 'standard universal identifier', een uniek nummer waarmee je een persoon kan identificeren en dat er ertoe kan leiden dat we een systeem gaan ontwikkelen, waarbij burgers van de wieg tot het graf worden gevolgd.

RADAR 2_ARCHITECTUUR OVERHEIDSMACHT

(Intro met abstracte beelden met daaronder een korte begintune.)

(In beeld verschijnt de tekst: 
microlearnings
Privacy)

(De heer Tijmen Wisman staat voor de camera voor een tafel in een verder lege kantoorruimte en begint een monoloog.)

(In beeld verschijnt een afbeelding met de titel: Mitch Kapor (Electronic Frontier Foundation) en de tekst: 'Architecture is politics'.)

TIJMEN WISMAN: 'Architecture is politics.' Oftewel, architectuur is politiek. Dit is een uitspraak van Mitch Kapor, frontman van de Electronic Frontier Foundation.

(In beeld verschijnt de tekst:
Tijmen Wisman
universitair docent, Vrije Universiteit Amsterdam)

Het betekent in wezen dat de manier waarop we dingen bouwen, invloed heeft op machtsrelaties. Dat is dus ook invloed op de machtsrelatie tussen de overheid en de burger en dat is belangrijk, zeker als je bij de overheid werkt met data en automatisering, want hoe je werkt met die data en die automatisering en hoe je vormgeeft aan de processen daar, zal invloed hebben op de machtsrelatie
tussen de overheid en de burger en is dus fundamenteel voor hoe we een samenleving opbouwen.
En daarbij moeten we dus ook kijken hoe we die samenleving willen opbouwen. In 1973 of '74 werd er een rapport geschreven in Amerika naar aanleiding van de opkomst van microprocessorcomputers. Dat was specifiek in die tijd, want in 1950 bijvoorbeeld speelde dit probleem nog niet. Computers die in die tijd meer dan 900 kilo wogen en meer dan 500.000 dollar kostten, werden nog beschouwd als klein en 'affordable'. Ze schreven een rapport en in dat rapport introduceerden ze de 'fair information practice principles'. In dat rapport kondigden ze aan dat computers grote voordelen zouden kunnen brengen voor de bureaucratie, maar ze gaven ook een waarschuwing. 

(In beeld verschijnt een afbeelding van een computer – met daarboven de titel: US Advisory Committee.)

Ze zeiden ook: Deze computers, zeker als we dingen gaan gebruiken als een 'standard universal identifier', een uniek nummer waarmee je een persoon kan identificeren, kan ertoe leiden dat we een systeem gaan ontwikkelen, waarbij burgers van de wieg tot het graf worden gevolgd. En dat ze dossiers krijgen die die burgers een gevangene maakt van hun verleden. De conclusie van de opstellers van dit rapport was dat daarom een 'standard universal identifier' niet verenigbaar was met de visie, met hun idee van de Amerikaanse samenleving. Als ik 'een SUI' zeg, denkt u misschien wel: Hé, dat komt me bekend voor. Want in Nederland hebben wij het burgerservicenummer. In 1985 ontvingen mensen nog
een brief op de mat van de Belastingdienst, waarin ze destijds hun sofinummer kregen. Dat was het sociale fiscale nummer. Daar werd aangekondigd dat dat nummer alleen zou worden gebruikt voor fiscale zaken, mede om privacyredenen. Maar inmiddels is het BSN uitgegroeid tot een nummer dat we eigenlijk gebruiken in al ons handelen in relatie tot de overheid. En dat nummer kan dus een grote invloed hebben op ons leven. En dat nummer is ook een fundamentele aanpassing in de architectuur, die bepaalt hoe de burger in relatie staat tot de overheid. Een voorbeeld van hoe architectuur invloed kan hebben op een machtsrelatie zien we bij de architect Robert Moses.

(In beeld verschijnt een afbeelding van Robert Moses achter een maquette met een brug.)

Die heeft geholpen met het wederopbouwen en het wederontwerpen van de stad New York. En een van de punten van kritiek die hij heeft gekregen, is dat hij bruggen bij een bepaald deel in New York zo laag heeft gemaakt, dat de stadsbussen daar niet onderdoor konden rijden. En doordat de stadsbussen
er niet onderdoor konden rijden, had dat gevolgen voor de toegang tot de stranden van New York, van bewoners uit arme wijken. Wat ook vaak bewoners van kleur waren. Hetgeen dat dit heel goed aangeeft, ongeacht wat het antwoord is op de vraag of Moses dit heeft gedaan met opzet of niet, is het feit dat je... Door beslissingen over architectuur kan je in het geheim bepaalde doelstellingen willen realiseren.

(In beeld verschijnt de tekst: Kritisch nagaan van onbewuste vooroordelen.)

En dat is de reden dat we altijd heel kritisch moeten kijken naar hoe we dingen opbouwen, om ervoor te zorgen dat er niet onbewuste vooroordelen of doelstellingen insluipen. Om nog één punt maken over die 'standard universal identifier' en het BSN: Een tijd terug volgde ik een cursus  projectmanagement. Daar was een jongeman van de overheid en die was bezig met het ontwerpen
van een nieuw gezicht voor de overheid. Namelijk een logo dat in relatie tot iedere instantie van de overheid zou moeten gelden. Als u kijkt naar de logo's tot, wat zal het zijn, tot 2008, 2009, had de overheid steeds andere logo's. Maar de overheid heeft inmiddels één gezicht gekregen. En een overheid met één gezicht, dat klinkt allemaal wel heel handig en efficiënt, maar als dat ene gezicht ook leidt tot één begrijpen van de burger, en van al die contexten waarin de burger handelt in relatie tot de overheid, dan zijn wij misschien wel bezig met het bouwen van een almachtige overheid. Almachtig gaat misschien een beetje te ver, maar wel een heel machtige. De vraag is, want ICT staat dit nu wel toe, de vraag is: Hoe willen we nou die ICT van de overheid opbouwen, waardoor we ook die overheid
een beetje in toom houden.

(Outro met abstracte beelden en korte eindtune.)

(In beeld verschijnt de tekst:
microlearnings
Privacy)

(Het laatste beeld bevat het logo van de Rijksoverheid met daaronder de tekst:
Deze microlearning is tot stand gekomen door een samenwerking tussen de Leer- en Ontwikkelcampus (LOC) van UBR, de directie CIO Rijk van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BKZ) en de Rijksacademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (RADIO))