Inleiding over privacy

Inleiding over privacy, waarin de theorieën van Alan F. Westin worden aangehaald, die schreef over vier fases van privacy: solitude, intimiteit, anonimiteit en gereserveerdheid. Hoe zijn die fases veranderd door de opkomst van technologie? Hoe regelen we de verhouding tussen de overheid en de burger en hoe voorkomen we dat hij een ‘zielige stip’ wordt?

RADAR 1_PRIVACY

(Intro met abstracte beelden met daaronder een korte begintune.)

(In beeld verschijnt de tekst: 
microlearnings
Privacy)

(De heer Tijmen Wisman staat voor de camera voor een tafel in een verder lege kantoorruimte en begint een monoloog.)

 (In beeld verschijnt de tekst:
Tijmen Wisman
universitair docent, Vrije Universiteit Amsterdam)

TIJMEN WISMAN: In een scheefgetrokken informatiemaatschappij waar de verhouding tussen de burger en de overheid compleet verstoord is, worden wij als burgers allemaal niet meer dan zielige stippen. De zielige stip is een theorie die komt van Lawrence Lessig over 'pathetic dots'. Die houdt in: 

(In beeld verschijnt een afbeelding van de 'pathetic dot' tussen vier bepalende factoren die nu benoemd gaan worden.)

Wij als burger zijn een 'pathetic dot' en wij worden gereguleerd door markten, normen, wetten en door architectuur. Privacy is relevant voor zowel normen, privacy is een norm die uit de gemeenschap komt, wetten, dat zijn gecodificeerde normen en architectuur, omdat architectuur, hoe je een samenleving opbouwt, materiële factoren, die bestaan uit fysieke infrastructuur maar ook ICT-infrastructuur, die bepalen eigenlijk wat jouw staat van je rechten en normen zijn.

(In beeld verschijnt een afbeelding met de tekst: Privacy.)
 
Dat brengt ons op de eerste vraag: Wat is privacy nou eigenlijk? Als je dit vraagt aan een groep studenten, krijg je altijd allerlei verschillende antwoorden. En het is ook iets dat zich ontwikkelt over de tijd. Het eerste artikel dat werd geschreven over het recht op privacy kwam van Warren en Brandeis. Dat waren twee advocaten. Die publiceerden een artikel in 1890 wat ging over het recht op privacy.

(In beeld verschijnt een afbeelding met de titel: Warren & Brandeis: 'The right to privacy (1890).)
 
De directe aanleiding voor dat artikel was de opkomst van de drukpers en de opkomst van 'snapshot photography'. Dat betekent fototoestellen die klein en hanteerbaar waren. Door de combinatie van die twee werd het steeds gemakkelijker om tot de privésfeer van individuen door te dringen en feiten over hun privéleven naar buiten te brengen. Daarin zie je eigenlijk twee heel belangrijke dingen. Het eerste is dat je het onderscheid ziet tussen wat publiek en privé wordt geacht. En het tweede wat je ziet, is dat de ontwikkeling van technologie heel bepalend is voor hoe jouw privacy wordt gerespecteerd. De eerste... Misschien niet de eerste, maar een van de personen die goed heeft geschreven over wat privacy eigenlijk is, is Alan F. Westin. Alan F. Westin schreef over vier fases van privacy. De eerste fase noemt hij 'solitude'.

(In beeld verschijnt het woord: Solitude.)

Eigenlijk het vermogen om je terug te trekken van een groep en je af te zonderen om alleen te zijn met je gedachten, iets wat eigenlijk al wat je kan teruglezen, bijvoorbeeld in een bijbel, maar iets wat ook in allerlei tradities van meditatie en andere spirituele tradities is terug te vinden. De tweede fase is 'intimiteit'.

(In beeld verschijnt het woord: Intimiteit.)

Dan hou je op met over privacy spreken als iets wat gaat over één individu. Dan gaat het over twee individuen of een groepje individuen. Intimiteit gaat natuurlijk niet alleen maar over iets wat je deelt met je partner. Dat kan je ook delen met je familie, vrienden, maar zelfs ook met je collega's. Je kan bijvoorbeeld bij de koffiezetautomaat aan het roddelen zijn en de persoon waar je over roddelt, komt net aan. Op dat moment heb je eigenlijk een intiem moment met die ene collega, wat wordt verstoord door een andere. De derde fase is 'anonimiteit'.

(In beeld verschijnt het woord: Anonimiteit.)

Dat is de fase waarin je in 'n groot publiek bent bijvoorbeeld, en niemand kan je daar herkennen. En de vierde fase is 'emotional reserve'.

(In beeld verschijnt het woord: Gereserveerdheid.)

Dat is eigenlijk dat je je eigen gedachten voor je kan houden. Er is weleens geschreven: De default modus van ons als mens is privacy. We houden eigenlijk alles voor ons, sommigen meer dan anderen,
maar we kunnen zelf beslissen wat we delen. En als je naar die vier fases kijkt, is het interessant om te kijken hoe die fases zijn veranderd door de opkomst van technologie. Want solitude was natuurlijk een heel gemakkelijk begrip, honderd jaar geleden, maar door de opkomst van bijvoorbeeld smartphones,
zijn we eigenlijk nooit meer echt alleen, althans is dat een keuze die we heel nadrukkelijk moeten maken. En hetzelfde geldt voor intimiteit, maar ook anonimiteit. Het is steeds moeilijker geworden
om anoniem te zijn. 

(In beeld verschijnt een afbeelding met Mark Zuckerberg en een tekstballon met de tekst: Privacy is no longer a social norm...)

Er wordt soms weleens gezegd dat privacy slechts een sociale norm is en er wordt zelfs soms beweerd dat privacy inmiddels, dat is wat Mark Zuckerberg zegt, geen sociale norm meer is. Privacy is inderdaad cultureel. Nou is het zo dat de reactie op Zuckerberg was, dat de hele Facebookcommunity zei: Wacht eens even, wij vinden onze privacy wel degelijk belangrijk. Maar privacy is niet alleen cultureel. Je kan het vanuit een juridische lens bekijken, maar je kan het ook biologisch zien.

(In beeld verschijnt een afbeelding met waarbij Biologie centraal staat tussen de steekwoorden Market, Law, Norms, Architecture.)

En Alan F. Westin heeft de biologische notie van privacy verbonden met territorialiteit. De behoefte van mensen om bepaalde grenzen te bewaken. En het bewaken van die grenzen, vrouwen hebben daar misschien meer ervaringen mee dan mannen of in ieder geval ervaringen waardoor ze beter
begrijpen waarom dat belangrijk is. Als je bijvoorbeeld in een bus zit en er komt iemand eigenlijk te dicht naast je zitten voor als je kijkt hoe vol die bus is. Of je staat ergens op de dansvloer en er komen
een paar gasten te vervelend dicht bij je dansen. Dan komt de notie van territorialiteit spelen. Door de technologieën zijn wij als mensen veel toegankelijker geworden. Want eigenlijk, die smartphone
en alle technologie die wij gebruiken, geeft toegang tot bepaalde delen van onze levens. Wij hebben dat misschien niet altijd meteen helemaal door, dat die toegang er is, maar in toenemende mate
wordt het wel duidelijk dat deze technologie een toegangspoort biedt tot ons handelen. In toenemende mate wordt dat handelen geregistreerd, verzameld en gebruikt, ook binnen besluitvorming, ook binnen de overheid. En dat brengt ons op het punt dat we moeten kijken naar heel fundamentele noties over: Hoe regelen we de verhouding tussen de overheid en de burger en hoe voorkomen we dat hij een zielige stip wordt?

(Outro met abstracte beelden en korte eindtune.)

(In beeld verschijnt de tekst:
microlearnings
Privacy)

(Het laatste beeld bevat het logo van de Rijksoverheid met daaronder de tekst:
Deze microlearning is tot stand gekomen door een samenwerking tussen de Leer- en Ontwikkelcampus (LOC) van UBR, de directie CIO Rijk van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BKZ) en de Rijksacademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (RADIO))