Legaliteit inmenging

Om met het recht op privacy een inmenging te mogen maken, moet het ‘voorzien zijn bij wet’, ofwel geldt er een legaliteitseis. Dit vereiste bestaat uit vier deelvereisten. Dit zijn een basis in de wet, toegankelijkheid, voorzienbaarheid en waarborgen. Tijmen legt het belang van de legaliteitseis uit aan de hand van bekende casuïstiek. 

RADAR 5_LEGALITEIT INMENGING

(Intro met abstracte beelden met daaronder een korte begintune.)

(In beeld verschijnt de tekst: 
microlearnings
Privacy)

(De heer Tijmen Wisman staat voor de camera voor een tafel in een verder lege kantoorruimte en begint een monoloog.)

(In beeld verschijnt de tekst:
Tijmen Wisman
universitair docent, Vrije Universiteit Amsterdam)

TIJMEN WISMAN: Om met het recht op privacy een inmenging te mogen maken, moet het voldoen aan een aantal vereisten. 

(In beeld verschijnt een afbeelding met een aantal steekwoorden in het vervolg van het betoog worden besproken – onder de titel: Vereisten voor inmenging.)

Een van die vereisten, het eerste vereiste, is legaliteit. Dat heeft ook met de rechtsstaat te maken, want in de rechtsstaat maakt de wetgever de wetten en de wet zorgt ervoor dat er legaliteit is. Maar het vereiste van legaliteit is niet alleen dat er een wet moet zijn. Dat is een van de subvereisten. Er moet een basis zijn in de wet. Dus als je bij de overheid werkt en je bent bezig met inmengingen met het recht op privacy op basis van werken met data, dan moet daar een basis voor zijn in de wet. Maar met alleen een basis kom je er niet. Want dan zou je in de wet kunnen zeggen: De overheid mag alles doen met data tegen de burger. Dat zou natuurlijk veel te eenvoudig zijn. Dan zou er ook geen  begrenzing van de macht zijn.

(In beeld verschijnt een afbeelding met de titel: Voorzienbaarheid. In vier punten wordt dit begrip omschreven.)

Dus een ander vereiste is het voorzienbaarheidsvereiste. Het voorzienbaarheidsvereiste betekent dat de bevoegdheid die in de wet wordt opgenomen, voldoende precies moet worden geformuleerd. Binnen de precisering van die formulering ligt ook de begrenzing van de bevoegdheid. En daarmee dus ook de begrenzing van de macht. Nu kun je je natuurlijk afvragen: Maar wat nou als je onderzoek aan het doen bent naar een crimineel? Dan moeten we toch niet tegen die crimineel gaan zeggen dat we bezig zijn met een onderzoek? Nee. Dat klopt. Binnen de uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens wordt dat ook erkend. Er wordt gezegd: Bij geheime surveillance, als je dus onderzoek doet naar criminele... naar misdrijven... maken wij... Op dat moment hoef je dat niet te laten weten. Maar als er sprake is van geheime surveillance, is het des te belangrijker dat in de wet
heel nauwkeurig wordt vastgelegd wat precies die bevoegdheden zijn. Nu is het wel zo dat we bij de overheid de laatste tijd in toenemende mate een trend zien dat bepaalde uitoefeningen van bevoegdheden geheim worden gehouden. Terwijl er niet per se sprake is van bijvoorbeeld een strafvorderlijk onderzoek. Ik kom daar zo meteen nog even op terug. 

(In beeld verschijnt een afbeelding met uitleg onder de titel: 1. Bij de wet voorzien.)

Een derde subvereiste is dat de wet toegankelijk moet zijn. Dus je moet de wet kunnen vinden. En een vierde subvereiste is dat de wet adequate waarborgen moet bieden. Adequate waarborgen is bijvoorbeeld dat er onafhankelijk toezicht is. Maar een andere adequate waarborg is dat je laat weten aan een burger dat je met een inmenging bezig bent, zodat die burger zichzelf kan verdedigen. Alleen als de burger weet dat er een inmenging plaatsvindt, kan hij opkomen voor z'n recht. Dus voor rechtsbescherming is dat een vitaal punt. Hoe vitaal dat is en waarom dat belangrijk is, werd heel duidelijk bij de fraudeschakelvoorziening van de Belastingdienst. Dit was een geheime databank van de Belastingdienst waarin meer dan 200.000 mensen waren opgenomen. En een deel van de mensen die waren opgenomen in die schakelvoorziening, zaten daarin omdat ze een boete hadden gekregen van de Belastingdienst. Als toeslagenouder, dus ook nog een onterechte boete. Als het bedrag van die boete boven een bepaald bedrag ging, kregen zij een label, en dat label was OGS. Opzet Grove Schuld.

(In beeld verschijnt een afbeelding met de titel: OGS in de FSV.)

Daarmee werd eigenlijk iets uitgesproken over hun intentie. Zij waren eigenlijk kwaadwillend. Zonder dat ze dat wisten. Hoewel de burgers het niet wisten, werd dat label OGS wel gecommuniceerd aan derde partijen, zoals gemeentes. En gemeentes gebruikten dat label om vervolgens mensen die een verzoek deden tot schuldhulpverlening, om dat verzoek af te wijzen. Dat heeft ertoe geleid dat mensen niet meer in staat waren om goed voor hun gezinnen te zorgen. En dat is vervolgens een aanleiding geweest vanuit de jeugdzorg om te zeggen: U kunt niet voor uw kinderen zorgen, dus die nemen we uit huis. Ik sta dit te zeggen zonder blikken of blozen, maar ik hoop dat u, de kijker, zich terdege beseft wat de zwaarte is van wat daar gebeurt. En dat het absoluut niet kan dat je in een rechtsstaat een soort van geheime rechtbank hebt die een oordeel velt over een burger zonder dat een burger dat weet. Zonder dat een burger kan controleren of dat oordeel gerechtvaardigd is. En zonder te weten waar dat oordeel op is gebaseerd. Daarom is de eis van legaliteit, zeker binnen de automatisering van de overheid, ontzettend belangrijk.

(Outro met abstracte beelden en korte eindtune.)

(In beeld verschijnt de tekst:
microlearnings
Privacy)

(Het laatste beeld bevat het logo van de Rijksoverheid met daaronder de tekst:
Deze microlearning is tot stand gekomen door een samenwerking tussen de Leer- en Ontwikkelcampus (LOC) van UBR, de directie CIO Rijk van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BKZ) en de Rijksacademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (RADIO))